17 En uit de stam Benjamin: Gibeon en zijn weidegronden, Geba en zijn weidegronden,
18 Anatot en zijn weidegronden, en Almon en zijn weidegronden: vier steden.
19 In het geheel hadden de Aäronieten, de priesters, dertien steden en haar weidegronden.
20 Wat de geslachten der Kehatieten betreft, de Levieten, die nog overgebleven waren uit de Kehatieten, zij verkregen de hun door het lot toegewezen steden uit de stam Efraïm.
21 Men gaf hun Sichem, de vrijstad voor de doodslager, en haar weidegronden, op het gebergte van Efraïm, Gezer en zijn weidegronden,
22 Kibsaïm en zijn weidegronden, en Bet-Choron en zijn weidegronden: vier steden.
23 En uit de stam Dan: Elteke en zijn weidegronden, Gibbeton en zijn weidegronden,