24 Ajjalon en zijn weidegronden, Gat-Rimmon en zijn weidegronden: vier steden.
25 En uit de halve stam Manasse: Taänak en zijn weidegronden, en Gat-Rimmon en zijn weidegronden: twee steden.
26 In het geheel tien steden en haar weidegronden voor de geslachten van de overige Kehatieten.
27 De Gersonieten uit de geslachten van de Levieten verkregen uit de halve stam Manasse: Golan, de vrijstad voor de doodslager, in Basan, en haar weidegronden, en Beëstera en zijn weidegronden: twee steden.
28 En uit de stam Issakar: Kisjon en zijn weidegronden, Daberat en zijn weidegronden,
29 Jarmut en zijn weidegronden, En-Gannim en zijn weidegronden: vier steden.
30 En uit de stam Aser: Misal en zijn weidegronden, Abdon en zijn weidegronden,