Richteren 1:7 NBG51

7 Toen zeide Adonibezek: Zeventig koningen met afgehouwen duimen en grote tenen hebben onder mijn tafel de brokken opgeraapt; naar wat ik gedaan heb, heeft God mij vergolden. En men bracht hem naar Jeruzalem, waar hij stierf.

Lees verder hoofdstuk Richteren 1

Uitzicht Richteren 1:7 in verband