22 En Manoach zeide tot zijn vrouw: Wij zullen zeker sterven, want wij hebben God gezien.
23 Maar zijn vrouw zeide tot hem: Indien de Here ons had willen doden, dan zou Hij geen brandoffer en spijsoffer uit onze hand hebben aangenomen en Hij zou ons dit alles niet hebben laten zien en ons nu zulke dingen niet hebben laten horen.
24 De vrouw baarde een zoon en noemde hem Simson. De jongen groeide op, en de Here zegende hem.
25 En de Geest des Heren begon hem aan te drijven in Machane-Dan tussen Sora en Estaol.