Richteren 14:12-18 NBG51

12 En Simson zeide tot hen: Ik wil u een raadsel opgeven. Indien gij mij de oplossing geeft binnen de zeven dagen van het feestmaal en het raadt, dan zal ik u dertig onderklederen en dertig bovenklederen geven.

13 Maar indien gij mij de oplossing niet kunt geven, dan zult gij mij dertig onderklederen en dertig bovenklederen geven. En zij zeiden tot hem: Geef uw raadsel op, dat wij het horen.

14 Toen zeide hij tot hen:Spijze ging uit van de eter,en zoetigheid van de sterke.Drie dagen lang konden zij het raadsel niet oplossen,

15 maar op de zevende dag zeiden zij tot de vrouw van Simson: Haal uw man over om ons de oplossing van het raadsel mee te delen; anders zullen wij u en uw familie met vuur verbranden. Hebt gij ons uitgenodigd om ons arm te maken, of niet?

16 Toen kwam de vrouw van Simson bij hem wenen en zeide: Gij geeft niets om mij en hebt mij niet lief; gij hebt aan mijn volksgenoten een raadsel opgegeven, maar mij de oplossing niet verteld. Hij echter zeide tot haar: Ik heb die zelfs aan mijn vader en moeder niet verteld; zou ik het u dan wel doen?

17 Maar zij weende bij hem de zeven dagen, die hun feestmaal duurde. Op de zevende dag vertelde hij het haar, omdat zij bij hem bleef aandringen, waarna zij de oplossing van het raadsel aan haar volksgenoten meedeelde.

18 Toen zeiden de mannen van de stad op de zevende dag, voordat de zon was ondergegaan, tot hem:Wat is zoeter dan honig,wat is sterker dan een leeuw?Maar hij zeide tot hen:Hadt gij niet met mijn kalf geploegd, gij hadt mijn raadsel niet geraden.