10 Toen zeide Micha tot hem: Blijf bij mij en wees mij tot vader en priester; dan zal ik u jaarlijks tien zilverstukken, een stel klederen en leeftocht geven.
11 En de Leviet kwam tot het besluit bij die man te blijven. Deze jongeling werd hem als een van zijn eigen zonen.
12 Micha wijdde de Leviet: de jongeling werd zijn priester en woonde in het huis van Micha.
13 Toen dacht Micha: Nu weet ik, dat de Here mij zal weldoen, omdat ik een Leviet als priester heb.