1 In de achtste maand, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord des Heren tot de profeet Zacharia, de zoon van Berekja, de zoon van Iddo:
2 De Here is op uw vaderen zeer toornig geweest,
3 maar zeg tot hen: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren, zegt de Here der heerscharen.
4 Weest niet gelijk aan uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: zo zegt de Here der heerscharen: bekeert u toch van uw boze handel en wandel; maar zij luisterden niet en sloegen op Mij geen acht, luidt het woord des Heren.
5 Uw vaderen, waar zijn zij? En de profeten, leven zij eeuwig?