1 De engel die met mij sprak, kwam terug en wekte mij zoals men iemand uit de slaap wekt.
2 Hij zeide tot mij: Wat ziet gij? Daarop antwoordde ik: Ik zie daar een kandelaar, geheel van goud, met een oliehouder aan zijn top; hij heeft zeven lampen, en telkens zeven toevoerbuizen voor de lampen erbovenop;
3 en twee olijfbomen steken boven hem uit, de ene rechts en de andere links van de oliehouder.
4 Ik hernam en vroeg de engel die met mij sprak: Wat betekent dit, mijn heer?