1 In het vierde jaar van koning Darius, op de vierde van de negende maand, in Kislew, kwam het woord des Heren tot Zacharia.
2 Betel had Sareser en Regem-Melek met zijn mannen gezonden om de gunst des Heren te zoeken,
3 en om te vragen aan de priesters die tot het huis van de Here der heerscharen behoorden, en aan de profeten: Moet ik in de vijfde maand wenen en vasten, zoals ik dit nu reeds zovele jaren gedaan heb?
4 Toen kwam het woord van de Here der heerscharen tot mij: