1 Corinthiërs 10:30 SV1750

30 En indien ik door genade der spijze deelachtig ben, waarom word ik gelasterd over hetgeen, waarvoor ik dankzeg?

Lees verder hoofdstuk 1 Corinthiërs 10

Uitzicht 1 Corinthiërs 10:30 in verband