2 Corinthiërs 13:7 SV1750

7 En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden zijn.

Lees verder hoofdstuk 2 Corinthiërs 13

Uitzicht 2 Corinthiërs 13:7 in verband