Handelingen 10:4 SV1750

4 En hij, de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God.

Lees verder hoofdstuk Handelingen 10

Uitzicht Handelingen 10:4 in verband