2 De kinderen van Kahath nu waren Amram, Jizhar, en Hebron, en Uzziel.
3 En de kinderen van Amram waren Aaron, en Mozes en Mirjam; en de kinderen van Aaron waren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar.
4 En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon Abisua;
5 En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;
6 En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth;
7 En Merajoth gewon Amarja, en Amarja gewon Ahitub;
8 En Ahitub gewon Zadok, en Zadok gewon Ahimaaz;