73 En Ramoth en haar voorsteden, en Anem en haar voorsteden.
74 En van den stam van Aser: Masal en haar voorsteden, en Abdon en haar voorsteden,
75 En Hukok en haar voorsteden, en Rehob en haar voorsteden.
76 En van den stam van Nafthali: Kedes in Galilea, en haar voorsteden, en Hammon en haar voorsteden, en Kirjathaim en haar voorsteden.
77 De overige kinderen van Merari hadden van den stam van Zebulon: Rimmono en haar voorsteden, Thabor en haar voorsteden;
78 En aan gene zijde van de Jordaan tegen Jericho, tegen het oosten aan de Jordaan, van den stam van Ruben: Bezer in de woestijn, en haar voorsteden, en Jahza en haar voorsteden,
79 En Kedemoth en haar voorsteden, en Mefaath en haar voorsteden;