1 Samuël 25:34 SV1750

34 Want voorzeker, het is zo waarachtig als de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 25

Uitzicht 1 Samuël 25:34 in verband