26 Maar tot den koning van Juda, die ulieden gezonden heeft, om den HEERE te vragen, tot hem zult gij alzo zeggen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Aangaande de woorden, die gij hebt gehoord;
Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 34
Uitzicht 2 Kronieken 34:26 in verband