2 Samuël 10:3 SV1750

3 Toen zeiden de vorsten der kinderen Ammons tot hun heer Hanun: Eert David uw vader in uw ogen, omdat hij troosters tot u gezonden heeft? Heeft David zijn knechten niet daarom tot u gezonden, dat hij deze stad doorzoeke, en die verspiede, en die omkere?

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 10

Uitzicht 2 Samuël 10:3 in verband