22 En de vrouw kwam in tot al het volk, met haar wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het hoofd af, en wierpen het tot Joab. Toen blies hij met de bazuin, en zij verstrooiden zich van de stad, een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot den koning.
23 Joab nu was over het ganse heir van Israel; en Benaja, de zoon van Jojada, over de Krethi en over de Plethi;
24 En Adoram was over de schatting; en Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier;
25 En Seja was schrijver; en Zadok en Abjathar waren priesters.
26 En ook was Ira, de Jairiet, Davids opperofficier.