2 Samuël 3:28 SV1750

28 Als David dat daarna hoorde, zo zeide hij: Ik ben onschuldig, en mijn koninkrijk, bij den HEERE, tot in eeuwigheid, van het bloed van Abner, den zoon van Ner.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 3

Uitzicht 2 Samuël 3:28 in verband