18 Toen ging de koning David in, en bleef voor het aangezicht des HEEREN, en hij zeide: Wie ben ik, Heere HEERE, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?
Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 7
Uitzicht 2 Samuël 7:18 in verband