Daniël 10:16 SV1750

16 En ziet, Een, den mensenkinderen gelijk, raakte mijn lippen aan, toen deed ik mijn mond open, en ik sprak, en zeide tot Dien, Die tegenover mij stond: Mijn Heere! om des gezichts wil keren zich mijn weeen over mij, zodat ik geen kracht behoude.

Lees verder hoofdstuk Daniël 10

Uitzicht Daniël 10:16 in verband