Deuteronomium 1:22 SV1750

22 Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 1

Uitzicht Deuteronomium 1:22 in verband