Deuteronomium 1:41 SV1750

41 Toen antwoorddet gij, en zeidet tot mij: Wij hebben tegen den HEERE gezondigd; wij zullen optrekken, en strijden, naar alles, wat de HEERE, onze God, ons geboden heeft. Als gij nu een iegelijk zijn krijgsgereedschap aangorddet, en willens waart, om naar het gebergte henen op te trekken,

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 1

Uitzicht Deuteronomium 1:41 in verband