Deuteronomium 14:21 SV1750

21 Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 14

Uitzicht Deuteronomium 14:21 in verband