Deuteronomium 2:8 SV1750

8 Als wij nu doorgetrokken waren van onze broederen, de kinderen van Ezau, die in Seir woonden, van den weg des vlakken velds, van Elath, en van Ezeon-geber, zo keerden wij ons, en doortogen den weg der woestijn van Moab.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 2

Uitzicht Deuteronomium 2:8 in verband