Deuteronomium 3:2 SV1750

2 Toen zeide de HEERE tot mij: Vrees hem niet, want Ik heb hem, en al zijn volk, en zijn land, in uw hand gegeven; en gij zult hem doen, gelijk als gij Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 3

Uitzicht Deuteronomium 3:2 in verband