Deuteronomium 33:20 SV1750

20 En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 33

Uitzicht Deuteronomium 33:20 in verband