1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2 Op den dag der eerste maand, te weten op den eersten der maand, zult gij den tabernakel, de tent der samenkomst, oprichten.
3 En gij zult aldaar zetten de ark der getuigenis; en gij zult de ark met den voorhang bedekken.
4 Daarna zult gij de tafel daarin brengen, en gij zult schikken wat daarop te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen, en zijn lampen aansteken.