Ezechiël 11:13 SV1750

13 Het geschiedde nu, als ik profeteerde, dat Pelatja, de zoon van Benaja, stierf. Toen viel ik neder op mijn aangezicht, en riep met luider stem; en zeide: Ach, Heere HEERE! zult Gij gans een voleinding maken met het overblijfsel van Israel?

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 11

Uitzicht Ezechiël 11:13 in verband