Ezechiël 14:3 SV1750

3 Mensenkind, deze mannen hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid recht voor hun aangezichten gesteld; word Ik dan ernstiglijk van hen gevraagd?

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 14

Uitzicht Ezechiël 14:3 in verband