Ezechiël 34:28 SV1750

28 En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet meer vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 34

Uitzicht Ezechiël 34:28 in verband