31 Daarom noemde men die plaats Ber-seba, omdat die beiden daar gezworen hadden.
32 Alzo maakten zij een verbond te Ber-seba. Daarna stond Abimelech op, en Pichol, zijn krijgsoverste, en zij keerden wederom naar het land der Filistijnen.
33 En hij plantte een bos in Ber-seba, en riep aldaar den Naam des HEEREN, des eeuwigen Gods, aan.
34 En Abraham woonde als vreemdeling vele dagen in het land der Filistijnen.