Jeremia 36:26 SV1750

26 Daartoe gebood de koning aan Jerahmeel, den zoon van Hammelech, en Zeraja, den zoon van Azriel, en Selemja, den zoon van Abdeel, om den schrijver Baruch en den profeet Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 36

Uitzicht Jeremia 36:26 in verband