21 De steden nu van den stam der kinderen van Benjamin, naar hun huisgezinnen, zijn: Jericho, en Beth-hogla, en Emek-keziz,
22 En Beth-araba, en Zemaraim, en Beth-el,
23 En Haavvim, en Para, en Ofra,
24 Chefar-haammonai, en Ofni, en Gaba; twaalf steden en haar dorpen.
25 Gibeon, en Rama, en Beeroth,
26 En Mizpe, en Chefira, en Moza,
27 En Rekem, en Jirpeel, en Tharala,