40 Het zevende lot ging uit voor den stam der kinderen van Dan, naar hun huisgezinnen.
41 En de landpale van hun erfdeel was: Zora, en Esthaol, en Ir-semes,
42 En Saalabbin, en Ajalon, en Jithla,
43 En Elon, en Timnatha, en Ekron,
44 En Elteke, en Gibbethon, en Baalath,
45 En Jehud, en Bene-berak, en Gath-rimmon,
46 En Me-jarkon, en Rakkon, met de landpale tegenover Jafo.