Klaagliederen 4:8 SV1750

8 Cheth. Maar nu is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout.

Lees verder hoofdstuk Klaagliederen 4

Uitzicht Klaagliederen 4:8 in verband