12 (5:11) En Ik zal de toverijen uit uw hand uitroeien, en gij zult geen guichelaars hebben.
13 (5:12) En Ik zal uw gesneden beelden en uw opgerichte beelden uit het midden van u uitroeien, dat gij u niet meer zult nederbuigen voor het werk uwer handen.
14 (5:13) Voorts zal Ik uw bossen uit het midden van u uitroeien, en Ik zal uw steden verdelgen.
15 (5:14) En Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen aan de heidenen, die niet horen.