9 En de Levieten, namelijk: Jesua, zoon van Azanja, Binnui; van de zonen van Henadad, Kadmiel;
10 En hun broederen: Sebanja, Hodia, Kelita, Pelaja, Hanan,
11 Micha, Rehob, Hasabja,
12 Zakkur, Serebja, Sebanja,
13 Hodia, Bani, Beninu;
14 De hoofden des volks: Parhos, Pahath-moab, Elam, Zatthu, Bani,
15 Bunni, Azgad, Bebai,