17 En op den vijftienden dag derzelve maand is het feest; zeven dagen zullen ongezuurde broden gegeten worden.
18 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gijlieden doen;
19 Maar gij zult een vuuroffer ten brandoffer den HEERE offeren: twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige lammeren; volkomen zullen zij u zijn.
20 En hun spijsoffer zal zijn meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot een var, en twee tienden tot een ram zult gij bereiden.
21 Tot elk zult gij een tiende deel bereiden tot een lam, tot die zeven lammeren toe.
22 Daarna een bok ten zondoffer, om over ulieden verzoening te doen.
23 Behalve het morgenbrandoffer, hetwelk tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen bereiden.