23 Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;
24 En van den stam der kinderen van Efraim, de overste Kemuel, zoon van Siftan;
25 En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan, zoon van Parnach;
26 En van den stam der kinderen van Issaschar, de overste Paltiel, zoon van Azzan;
27 En van den stam der kinderen van Aser, de overste Achihud, zoon van Selomi;
28 En van den stam der kinderen van Nafthali, de overste Pedael, zoon van Ammihud.
29 Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels de erfenissen uit te delen, in het land Kanaan.