Richteren 16:26 SV1750

26 Toen zeide Simson tot den jongen, die hem bij de hand hield: Laat mij gaan, dat ik de pilaren betaste, op dewelke het huis gevestigd is, dat ik daaraan leune.

Lees verder hoofdstuk Richteren 16

Uitzicht Richteren 16:26 in verband