1 Dit zijn ook spreuken van Salomo, die de mannen van Hizkia, den koning van Juda, uitgeschreven hebben.
2 Het is Gods eer een zaak te verbergen; maar de eer der koningen een zaak te doorgronden.
3 Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde, en aan het hart der koningen is geen doorgronding.
4 Doe het schuim van het zilver weg, en er zal een vat voor den smelter uitkomen;
5 Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.