20 Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw.
21 Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.
22 Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.
23 Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.
24 Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.
25 Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.
26 Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden.