7 Lieve broeders en zusters, wat ik jullie schrijf is niet nieuw. Het is een oud bevel, dat jullie al vanaf het begin hebben gekregen. Het is het woord dat jullie vanaf het begin hebben gehoord.
8 Toch is het ook een nieuw bevel, want het is nu in Hem en in jullie werkelijkheid geworden. Want het licht van God schijnt nu in jullie hart. Daardoor zal elke duisternis verdwijnen.
9 Als je zegt dat je in het licht leeft, maar een hekel hebt aan een broeder of zuster, dan leef je nog steeds in het donker.
10 Maar als je van je broeders en zusters houdt, leef je in het licht. Dan zul je nergens over struikelen en niet vallen.
11 Maar als je een hekel hebt aan een broeder of zuster, leef je in het donker. Dan weet je niet waar je heengaat, want in het donker kun je niets zien. [ Daardoor zul je struikelen en vallen. ]
12 Kinderen [ in het geloof ], jullie ongehoorzaamheid aan God is vergeven door wat Jezus heeft gedaan.
13 Vaders [ in het geloof ], jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen [ in het geloof ], jullie hebben de duivel overwonnen. Kinderen [ in het geloof ], jullie kennen de Vader.