17 Eli vroeg: "Wat heeft de Heer tegen je gezegd? Je mag er niets van verzwijgen. Vertel me alles wat Hij tegen je gezegd heeft."
18 Toen vertelde Samuel hem alles, zonder iets voor hem te verbergen. En Eli zei: "Hij is de Heer. Hij mag doen wat Hij wil."
19 Samuel groeide op en de Heer was met hem. De Heer gaf hem veel wijsheid in alles wat hij zei.
20 Zo begreep heel Israël, vanaf Dan [ in het noorden ] tot aan Berseba [ in het zuiden ], dat Samuel door de Heer was aangewezen als profeet.
21 En de Heer maakte Zichzelf aan Samuel bekend doordat Hij in Silo met hem sprak.