13 Jullie dochters zullen voor hem moeten koken en bakken. Ze zullen zijn zalven moeten maken.
14 Hij zal jullie je beste akkers, beste wijngaarden en beste olijfbomen afnemen en aan zijn dienaren geven.
15 Hij zal een tiende deel van jullie graan en wijn nemen en aan zijn hofdienaren geven.
16 Hij zal jullie slaven, slavinnen, de beste jongemannen en de beste ezels meenemen en voor zich laten werken.
17 Hij zal een tiende deel van jullie schapen en geiten van jullie afnemen. En jullie zullen hem dienen.
18 Jullie zullen tot de Heer jammeren en klagen over de koning die jullie wilden hebben. Maar de Heer zal dan niet naar jullie luisteren."
19 Maar ze wilden niet naar Samuel luisteren. Ze zeiden: "Nee, we willen écht een koning hebben.