1 Verder beval Mozes met de leiders: "Doe heel precies wat ik jullie nu ga zeggen.
2 Op de dag dat jullie de Jordaan oversteken naar het land dat de Heer God jullie gaat geven, moeten jullie grote stenen neerzetten en met kalk wit maken.
3 Schrijf daarop deze hele wet. Alleen dan zullen jullie in het land komen dat de Heer God jullie gaat geven, een prachtig en vruchtbaar land, zoals de Heer, de God van jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ], aan jullie heeft beloofd.
4 Als jullie de Jordaan zijn overgestoken, moeten jullie die stenen op de berg Ebal neerzetten.
5 Bouw daar ook een altaar voor de Heer God. Maak het van ruwe stenen, dus stenen die niet met ijzeren gereedschap zijn bewerkt.
6 Breng daarop brand-offers voor jullie Heer God.
7 Ook moeten jullie er dank-offers offeren en daar een feestmaaltijd van klaarmaken. Vier daarmee feest voor jullie Heer God.