1 Jullie moeten je aan de hele wet houden die ik jullie nu geef, want dan zal het goed met jullie gaan. Dan zullen jullie een groot volk worden. En dan zullen jullie het land veroveren dat de Heer aan jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft beloofd.
2 Denk aan alles wat jullie Heer God in deze 40 jaar in de woestijn voor jullie heeft gedaan. Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom heeft Hij jullie getest. Hij wilde weten hoe jullie hart was. Hij wilde weten of jullie je aan al zijn wetten en leefregels zouden houden of niet.
3 Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom liet Hij jullie honger lijden. Toen gaf Hij jullie manna, iets wat jullie en jullie voorouders nog nooit hadden gezien. Want Hij wilde dat jullie zouden begrijpen dat een mens niet alleen van brood leeft. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt.
4 In de 40 jaar dat jullie in de woestijn hebben gezworven, zijn jullie kleren niet versleten en jullie voeten niet kapot gegaan.
5 Geef dus met je hele hart toe dat de Heer God jullie opvoedt, zoals een man zijn kind opvoedt.
6 Houd je dus aan de wetten en leefregels van jullie Heer God. Doe wat Hij zegt en heb diep ontzag voor Hem.
7 Want de Heer God brengt jullie in een goed land. Een land met beken, bronnen en rivieren die in de dalen en op de bergen ontstaan.
8 Een land met tarwe en gerst, wijnstruiken, vijgenbomen en granaatappelbomen. Een land met honing en olijfbomen vol olie.
9 Een land waar jullie meer dan genoeg te eten zullen hebben en waar jullie aan niets tekort zullen hebben. Een land waar ijzer in de stenen zit en koper in de bergen.
10 Jullie zullen altijd genoeg te eten hebben. Prijs dan jullie Heer God voor het prachtige land dat Hij jullie heeft gegeven en wees Hem dankbaar.
11 Maar het gevaar bestaat dat jullie je Heer God vergeten. Dat jullie je niet meer houden aan de wetten en leefregels die ik jullie nu geef. Pas daarvoor op!
12 Want als jullie meer dan genoeg te eten hebben, goede huizen bouwen en daarin wonen,
13 steeds grotere kudden koeien, schapen en geiten krijgen en steeds meer zilver en goud hebben en steeds rijker worden,
14 bestaat het gevaar dat jullie trots worden. Dan vergeten jullie de Heer God die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.
15 Maar Hij heeft jullie door die grote en verschrikkelijke woestijn geleid, vol giftige slangen en schorpioenen, waar het kurkdroog is, zonder water. Hij heeft voor jullie water uit de rots laten komen.
16 Hij heeft jullie in de woestijn het manna te eten gegeven waar jullie voorouders nog nooit van hadden gehoord. Zo wilde Hij jullie leren om ontzag voor Hem te hebben. Hij heeft jullie getest en is uiteindelijk goed voor jullie geweest.
17 Denk dus niet bij jezelf: 'Ik heb er zélf voor gezorgd dat ik zo rijk ben geworden.'
18 Maar jullie moeten aan je Heer God blijven denken. Want Híj is het die jullie de kracht geeft om rijk te worden. Zo houdt Hij Zich aan het verbond dat Hij met jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft gesloten. En vandaag wordt zijn belofte werkelijkheid.
19 Luister goed: als jullie de Heer God ooit vergeten en andere goden gaan aanbidden en dienen, zullen jullie sterven. Dat is zeker.
20 Als jullie niet meer willen luisteren naar de Heer God, zullen jullie worden gedood. Net als de volken die de Heer voor jullie heeft gedood.