14 De volken die dit horen, zullen beven van angst.De bewoners van Filistea beven.
15 De koningen van Edom zullen geschokt zijn.De heersers van Moab zullen doodsbang zijn.De bewoners van Kanaän zullen beven van angst.
16 Doodsbang zullen ze zijn.Ze zullen versteend van angst staan over uw macht,als uw volk voorbij komt,als uw volk dat U voor Uzelf heeft uitgekozen, voorbij komt.
17 U neemt hen mee en plant hen op uw berg,op de plaats waar U, Heer, wil wonen,in het heiligdom, Heer, dat U heeft gebouwd.
18 De Heer regeert voor eeuwig en altijd.
19 Want alle paarden en strijdwagens en ruiters van de Farao kwamen in de zee.Toen liet de Heer het water over hen terugstromen.Maar de Israëlieten gingen over het droge, midden door de zee."
20 De profetes Mirjam, de zus van Aäron, nam een tamboerijn en alle vrouwen dansten met tamboerijnen achter haar aan.