25 Dien en aanbid Mij, jullie Heer en God. Dan zal Ik jullie brood en jullie water zegenen en zal Ik ervoor zorgen dat niemand van jullie ziek wordt.
26 Er zullen geen kinderen dood worden geboren en er zullen geen vrouwen zijn die geen kinderen kunnen krijgen. En jullie zullen allemaal lang leven.
27 Ik zal ervoor zorgen dat de volken bang voor jullie zullen zijn. Elk volk waar jullie mee te maken krijgen, zal in paniek raken. Ik zal ervoor zorgen dat al jullie vijanden voor jullie zullen vluchten.
28 Ik zal grote wespen voor jullie uit sturen, zodat de Hevieten, Kanaänieten en Hetieten daarvoor zullen vluchten.
29 Maar Ik zal die volken niet in één jaar voor jullie wegjagen. Als Ik dat wel deed, zou het land een wildernis worden [ doordat het te groot voor jullie is om voor te zorgen ]. Er zouden dan te veel wilde dieren komen.
30 Daarom zal Ik hen beetje bij beetje verjagen. Totdat jullie volk zó groot is geworden, dat jullie het hele land kunnen bezitten.
31 Ik zal jullie al het land geven vanaf de Rietzee tot aan de zee van de Filistijnen en vanaf de woestijn tot aan de rivier. Want Ik zal ervoor zorgen dat jullie de bewoners van dit land kunnen verslaan. Jaag hen uit het land weg.